Zwitserland | Huttentocht op hoogte

De Madrissa hut

Na de bergen in augustus onbeklommen achter me te hebben gelaten in Augustus had ik het plan opgevat om terug te keren. Ik wil die berg op en de zon zien opkomen voor de zogenaamde ‘alpen glow’. Het eerste licht wat de bergtoppen raakt en roze van kleur is. Omdat dit voor mij als wandelnoob toch wat te hoog gegrepen leek, heb ik mij aangesloten bij een wandelreis. Een huttentocht in het oosten van Zwitserland. Overnachten in 3 hutten op de berghelling: De Madrissa hütte (1660 m), de Fergen hütte (2141 m) en de Silvretta hütte (2341 m). In een driedelige reeks ga je mee langs herfstige dalen, passeren we de bomengrens en doen we een gletsjer aan. In het eerste deel de tocht naar de Madrissa hütte.

 
Het uitzicht richting Gargellen

Het uitzicht richting Gargellen

 

Herberg Ascherina

De avond voorafgaand aan de start van de tocht verzamelt iedereen zich in Herberg Ascherina (1285 m). We maken kennis met elkaar en doen ons tegoed aan de Zwitserse traditie: Kaasfondue. De avond is kort, iedereen gaat vroeg slapen om de volgende morgen fit te zijn. Wel wordt nog gesproken over alleen het meenemen van het noodzakelijke. Al snel valt het oog op het statief dat aan mijn tas is gebonden. Het gesprek over hoe zwaar fototoestellen zijn volgt daar snel op. Jeugdige naïviteit, of wellicht eigenwijsheid, is niet kapot te krijgen: Die apparatuur gaat mee. Ik ben niet voor niks naar de bergen gekomen. Wat twee dagen wandelen al niet kan doen met je vastberadenheid, wist ik toen nog niet.

 
Nachtelijk uitzicht vanaf de herberg.

Nachtelijk uitzicht vanaf de herberg.

 

Vanaf de herberg rijden we een klein stukje met de auto. We worden gedropt bij het einde van een weg, middenin een dal. De bestemming van de dag ligt over de pas. Eerst zo’n 1100 meter klimmen en vervolgens 800 m dalen, terwijl we een kleine 16 kilometer lopen. Een flinke kluif op je eerste dag. Gelukkig is de omgeving geweldig en zit ik vol naïviteit. De herfstkleuren zijn op het best en het weer is goed. Nu nog omhoog.

 
Abstract beeld van de eerste puinwaaier.

Abstract beeld van de eerste puinwaaier.

Het uitzicht na een uur klimmen

Het uitzicht na een uur klimmen

Waterval vanuit hoger gelegen deel van het dal.

Waterval vanuit hoger gelegen deel van het dal.

 

De eerste barstjes

Dit eerste dal vormde de grens tussen het kalksteen en het graniet, wat duidelijk te zien was aan de kleuren en vormen van het landschap. Helaas, heb ik daar geen foto’s van gemaakt. Het klimmen was toch flink inspannend en ik was maar wat blij toen ik boven was. Op 2400 m boven zeeniveau heb ik het eerste panorama gemaakt van het geweldige uitzicht. Hiervoor was ik gekomen. De eindeloze opeenvolging van bergkam na bergkam. Al snel zijn we gaan afdalen, de wind op de pas is sterk en je koelt snel af. Tijdens de afdaling begon ik me af te vragen of deze reis wel een goed idee geweest was. Dat kwam omdat je uren loopt en je dan goed kan gaan nadenken over alles wat in je omgaat. Zoals bijvoorbeeld een oude knie blessure, ook wel de ‘oorlogswond’ genoemd, begon tegen te stribbelen. Het tempo was eruit en ik liep stijf achteraan. Ik was de rode lantaarn van de reis. Niet wat ik me vooraf had voorgesteld.

Uitzcht vanaf de Gafieroechle. op 2400 m hoogte.

Uitzcht vanaf de Gafieroechle. op 2400 m hoogte.

Na een hoop kilometers piekeren waren we bij de Madrissa hut op 1660 meter. Na het eten van mijn Snickerrantsoen, een gebruikelijke snack/traktatie als je zoveel loopt, en het uitpakken van het avond eten ben ik nog een rondje gaan lopen om de prachtige herfstkleuren vast te leggen. Na het avondeten, wat we als groep mee tillen van hut naar hut, was het tijd om in bed te duiken. In het vooruitzicht de zwaarste dag: 1500 m klimmen, 1000 m dalen en 20 km lopen.

 
‘durf anders te zijn’

‘durf anders te zijn’

Home sweet home

Home sweet home

Herfstkleuren rondom de Madrissa hut

Herfstkleuren rondom de Madrissa hut