Zwitserland | De Silvretta hut en gletsjer!

Een klassieke tour etappe

De Tour de France is de jaarlijks terugkerende wielergekte in Frankrijk, dik gesponsord door de Franse tegenhanger van de VVV. Want, als zulke mooie plekjes in beeld komen. Dan moeten de toeristen snel volgen. Als voorbereiding op de Tour de France rijden veel wielrenner de Ronde van Zwitserland. Perfect om je benen op de klim te testen. De laatste grote verplaatsing van de Fergen hut naar de Silvretta hut deed mij denken aan een etappe uit een wielerronde. De is rustig en er is tijd om lekker rond te kijken. Dan is er dat stuk in het midden waar je als tv-kijker, ik althans, toch vaak bij in slaapt valt. Om vervolgens wakker te worden als de wielrenners bergop helemaal stuk te gaan en daar finishen. Wat was ik blij dat ik merkte dat mijn benen eindelijk in goede doen waren.

 

Uitzicht vanaf de Fergen hut, in de zeer vroege ochtend.

 

Een goede start

Als je ‘s ochtends vroeg al uit je nest klimt om het vuur op te stoken in het fornuis heb je veel tijd om je heen te kijken. In de keuken ben je snel uitgekeken dus daarom had ik de avond ervoor mijn fotospullen al klaar gezet. Snel naar buiten dus. Terwijl je ogen wennen aan de donkere nacht ga je meer en meer sterren zien. In de hoop op een vallende ster tuur je naar boven. Na een klein kwartier weer snel naar binnen gegaan om het vuur verder op te stoken en weer op te warmen. Het ontbijt was deze ochtend ‘scrambled eggs’ met trekking keks. Een lekkere afwisseling. De tocht van de dag zou starten met een flinke afdaling naar het dal om vervolgens de rivier 6 km stroomopwaarts te volgen. Vanaf daar zou de slotklim beginnen op 1650 meter om te eindigen bij de Silvrettahut op 2350 meter. Finish bergop.

De afdaling was heerlijk lopen door velden met bosbessen en wat lager door bossen. Toen we het dal bereikten was iedereen in goede doen. Het was heerlijk weer en overal om ons heen rook het naar herfst. Heerlijk. Vanaf het dal begonnen we de rivier te volgen richting de Silvretta hut. Een rustige klim van zo’n 200 meter. Voordat we aan de klim begonnen moesten we even gaan zitten. Niet omdat de wandeling zo zwaar was, maar omdat het zo ongelooflijk lekker weer was. Eind oktober in je t-shirt van de zon genieten. Van Mathieu, de gids, hoorden we dat vorig jaar rond deze tijd er al een halve meter sneeuw lag.

 

Ochtendlicht op de bergkammen

Panorama van de Prättigau vallei

De perfecte pauze plek

 

Demarrage

De klim verliep voorspoedig. Ik had mijn benen gevonden. Na een aantal dagen wiebelen waren ze eindelijk gewend. Het ging goed en kwam goed mee bergop. De klim zat vol met haarspeldbochten en was behoorlijk steil. Halverwege zijn we als groep weer gaan pauzeren. Heerlijk in de zon genieten van het uitzicht en een welverdiende Snicker. Na een groepsfoto zijn we weer gaan lopen. Het zou nog ongeveer 350 meter klimmen zijn, en dat kwam overeen met een uur lopen. Ook na de pauze ging het lekker en het tempo verhoogde. Ik was benieuwd hoe hard het kon. Toen ik als eerste boven kwam viel er een last van mijn schouders. Figuurlijk vooral, want de rugzak met kleding, proviand, fototoestel en statief had ik nog op mijn rug. De dagen met krakende knieën, opgeblazen benen en een hoop ergernis lagen achter me.

 

De prachtig gelegen Silvretta hut. De middelgrote hut is open in de winter. Het restaurant is geopend in de zomer.

 

Na het stoken van een vuurtje en het verwarmen van wat water hebben we weer een badkamer opgericht. Ditmaal in de entree van de grote Silvretta hut, die in de winter gesloten is. Uit de wind, voorzien van bankjes en haakjes hadden we weer een top uitzicht vanuit de badkamer. Helemaal fris en fruitig kon de avond beginnen. Wat wel een goede grap was, is dat bij dit soort grote hutten webcams hangen zodat men de bergen kan aanschouwen via het internet. Snel voegde hij eraan toe dat het hier niet het geval was. Op het programma van de volgende dag stond een dagtocht naar de Rote Furka, de pas op 2750 meter, en de Silvretta gletsjer.

De Silvretta Gletsjer

 
Smeltwater

Smeltwater

 

De hele week liepen we al door gebieden die, voor het geoefende oog, vol waren met tekenen van ijstijden en gletsjers: morenen ruggen, striatie op het gesteente en eskers. Nu we zo in de Silvretta hut sliepen was de gletsjer niet ver weg meer en zouden we deze van dichtbijj gaan bekijken. De tocht naar de gletsjer ging via het Gletsjerlehrpfad. Een educatieve route over gletsjers, ijstijden en klimaatonderzoek. Een leuke route waar je wat leert en allerlei typische landschapselementen kan zien. Een grote speeltuin voor mij als aardrijkskunde docent.

 

Gedenkteken aan de positie van de gletsjer in 1981.

Groepsfoto voor de gletsjer

 

Wat voor mij de route speciaal maakte waren de gedenkstenen. Gedenkstenen die je eraan herinnerde over de verbreiding van de gletsjer in vroegere jaren. Sinds 1860 is deze gletsjer al een kleine 1000 meter teruggetrokken, waarvan zo’n 300 meter sinds 2011. Abstracte cijfers, totdat je op de grond die gedenktekens ziet. Het terugtreden van het landijs gaat hard en als de gletsjers verdwijnen, verdwijnt een bron van drinkwater voor gemeenschappen die afhankelijk zijn van smeltwater. Bedenk je dat de Ganges in India voor een groot deel gevoed wordt door smeltwater uit de Himalaya. Hoe is de toekomst van India, met zo’n 1 miljard inwoners, als het drinkwater opraakt?

Terwijl het inmiddels stevig begon te regenen lieten we de gletsjer achter ons. Jammer, want ik had er nog uren kunnen doorbrengen om foto’s te maken. De tour wacht op niemand, ook niet in Zwitserland, en we begonnen aan de beklimming van de Rote Furka. Vernoemd naar het rode gesteente dat je op de pas vindt. Waarschijnlijk een soort zandsteen, rijk aan ijzer, dat is opgestuwd bij de vorming van de Alpen zo’n 300 miljoen jaar geleden. Op de pas had je uitzicht over het volgende dal waar zich een klein hutje bevond. Een oude hut van de Oostenrijkse grenswachters. Op de Rote Furka staat eveneens een hut, maar die is dan weer van de Zwitserse grenswacht.

 

Rote Furka

Panorama van de de Zwitserse grenswachtershut.

 

Terugkijken

Terwijl we de volgende dag in de mist afdaalden richting Klosters was het rustig in de groep. Iedereen was druk bezig om niet uit te glijden en te vallen maar ook hing er een retrospectieve sfeer. Met elke stap kwamen we weer dichterbij de bewoonde wereld en het einde van de reis. Voor de meeste is wandelen in de bergen ook een zeker vluchtgedrag. Een vlucht uit het drukke leven in Nederland naar een simpelere tijd in de bergen. Als de tijd in de bergen er dan op zit is dat een klein verlies.

 

De Melkweg boven de Alpen.

 

Toen ik langzaam afdaalde dacht ik terug aan de hele tocht. Inmiddels was ik een stuk zekerder van het lopen. De knieën waren gestopt met protesteren en ik had lol in het lopen. Dat was aan het begin van de tocht wel anders. Op weg naar de Fergen hut, kwamen we door een stadje met een station. Daar had echt neigingen om de handdoek in de ring te gooien. Het voelde alsof bij elk stap mijn knieën een punt wilde maken op het malieveld. Vol protest. Daarbij was de tas behoorlijk zwaar en mijn optimisme, of beter gezegd naïviteit, over lopen met een zware rugzak bleek misplaatst. Dat ik er ook nog een statief en fototoestel in de rugzak had gestopt maakte de hele rugzakbeleving niet beter.

Gelukkig heb ik de handdoek niet in de ring gegooid noch mijn statief in een kluisje gedaan op het station van Klosters. Zodra ik de bergen zag oplichten in het zachte ochtendlicht wist ik dat dat ik de juiste keus had gemaakt. Dit was immers waar ik voor was gekomen: Het eerste licht op de besneeuwde bergtoppen. Zonder statief niet te fotograferen. Hoe zwaar het ook was om mee te tillen.

 

Panorama van het eerste licht

 

Naarmate de tocht vorderde ging het lopen, dalen en klimmen steeds beter. Eindelijk kon ik de twijfels over het volhouden van een tocht als deze van me af laten glijden. Het lopen rond de gletsjer had ik niet willen missen en is een persoonlijk hoogtepunt. Elk begin is zwaar maar nu ik terugkijk zie ik wat het me heeft opgeleverd: Nieuwe mensen leren kennen, heerlijk buiten zijn, tevreden zijn als het water kookt en daar voldoening uit halen. Inmiddels zit ik alweer in het Nederlandse ritme en heb ik alweer nieuw nakijkwerk. Ik verlang al terug naar het simpele ritme van een wandeltocht.

 

Blij bij een gletsjer; een zeldzaam portret van mijzelf.