Kyoto, de culturele hoofdstad
Na een lange reis met de bus en Shinkansen zijn we in Kyoto aangekomen. De reis loopt alweer op z'n einde. Dat is jammer maar langzamerhand begin ik ook wel weer zin te krijgen in Spaghetti of een zelfgemaakte curry. Er is namelijk maar zoveel miso soep wat je als mens kan verdragen.
Toch is Kyoto wellicht wel de 'makkelijkste' plek om als westerse toerist in te aarden. In mijn ogen komt het doordat de stad een cultureel hoogtepunt is en daarom veel toeristen trekt. Je ziet hier veel meer westerse toeristen dan in een stad als Osaka of Tokyo en dat is best wel wennen. Wat het waarschijnlijk niet rustiger maakte was dat ons bezoek aan Kyoto samenviel met de gouden week. Een week van nationale feestdagen, waarin veel Japanners richting Kyoto trekken.
Dat betekend dat alle bijzondere plekken zoals de Fushima Inari tempel, bekend van al die rode poortjes, en het gouden paviljoen bomvol zullen zijn. Gelukkig hebben we daar het ultieme wapen tegen. Enorm vroeg opstaan, want welke idioot haalt het in zijn of haar hoofd om op vakantie voor 5 uur op te staan. Nou, met veel tegenzin en koffie, wij dus!
Daarom waren wij als één van de eerste bezoekers bij het wereldberoemde Arashiyama bamboe bos. Dit ligt ten westen van het centrum van Kyoto en is voor veel fotografen, waaronder ik mijzelf zeker reken, een must. Het licht in de vroege ochtend is heel bijzonder en zo vroeg in de ochtend is het er rustig. Wat een contrast met de rest van Kyoto.
Gelukkig is een slimme Japanner nooit ver weg, en bij de dichtstbijzijnde bushalte was een klein hutje die aan alle ontbijtwensen ruim kan voldoen van ramen en vis tot yakitori en taart. Mijn tip is dus om ter plaatse te ontbijten. Mijn andere tip is om de Dango balletjes over te slaan. Dit zijn balletjes gemaakt van rijstmeel die gekookt worden en vervolgens worden gedoopt in een zoete saus. Japanners zijn er gek op. Ik kreeg het nauwelijks weg. De consistentie is het ergste. Zelfs voor een zoetekauw als ik was het, zelfs met, met zoete saus geen topper. Wederom een klap voor mijn onverschrokken hang naar Japanse delicatessen. Gelukkig hebben we het bamboebos nog.
Hier is mijn versie van het bamboe bos. Genomen iets na zessen in de ochtend. Qua techniek, was dit een lastige foto. De schaduw is erg donker terwijl het bladerdak juist heel erg licht is. Dit is voor camera's een te groot dynamisch bereik en daarom heb ik 5 foto's genomen. Allemaal met een verschillende belichting. Deze 5 foto's heb ik in Lightroom en Photoshop behandeld en over elkaar heen gelegd. Dit stelt mij in staat om detail te laten zien in de hoogste hooglichten en de donkerste schaduwzones.
Voor mij is dit een van de foto's waar ik het meest trots op ben. Juist vanwege de technische uitdaging, het vroege opstaan en het geluk van mooi licht gekoppeld aan het onwerkelijke van een bamboe bos wat totale rust uitstraalt, met daarin één eigenwijze boom die er tussendoor groeit.
bram van der Horst