Tempels, Bergen en een ambassade

De vorige blog ging grotendeels over het Japan van je dromen. Deze post gaan we daar gewoon mee verder. Nikko heeft namelijk zoveel te bieden, dat ik posts kan blijven schrijven over het gebied! het heeft echt van alles.

Veel reisorganisaties hebben Nikko opgenomen in het programma, en dat kan je merken. Nikko kan overdag, en met name in de weekenden, best druk worden. Gelukkig moet je ook helemaal niet een dagje naar Nikko; daarmee doe je het gebied tekort. In één dag kan je Nikko niet ten volle ervaren. Je mist namelijk 2 belangrijke momenten: De avond en de ochtend. Dat zijn de momenten dat het hele complex verlaten is en je echt in een film waant. Ook kan je dan bij een dagtocht niet op ontdekkingstocht in de bergen. Wie wil dat nou niet!? Er schijnen zelfs beren te lopen ^^.

Het Lemitsu Mausoleum Het Lemitsu Mausoleum

Het Lemitsu Mausoleum Het Lemitsu Mausoleum

Daarmee is dit meteen mijn reistip voor Nikko: Ga 2 of 3 dagen naar Nikko. Het gebied staat tjokvol met tempels maar ook de natuur is er bijzonder mooi en de frisse berglucht is erg aangenaam na een paar dagen in het volle Tokio. Nikko ligt namelijk aan de voet van een bergketen. Deze bergen, waaronder enkele vulkanen, zorgen dat je daar heerlijk kan wandelen. De aanwezige vulkanen zorgen voor het (warme) water dat gebruikt wordt in de 'Onsen', het Japanse badhuis, waar je na een dag lopen in plonst. 

Door die dagjesmensen kan Nikko druk aanvoelen en je wellicht afschrikken. Gelukkig heb ik daar een oplossing voor! Doordeweeks is het rustiger, met name in de echt vroege uren. Dan bedoel ik 5 a 6 uur. De gemiddelde Japanner staat toch vroeger op dan de gemiddelde Nederlander. Die populariteit onder dagjesmensen heeft ook voordelen. Zo spreekt de man van de VVV erg goed Engels en is het openbaar vervoer goed geregeld. Dat is overigens overal zo in Japan, maar in Nikko is het ook gebruiksvriendelijk voor niet-Japanners. Een 1, 2 of 3 daagse buskaart voor verschillende gebieden is goedkoop. Zo wordt het heel makkelijk om ook naar het nabijgelegen Chuzenji meer te rijden, of naar de verder gelegen hoogvlaktes. Die hoogvlaktes hebben wij ook aan ons voorbij laten gaan. Het meer Chuzenjiechter niet! 

Dit meer is wederom een favoriete plek voor veel mensen uit Tokio. Het meer schijnt vol te zitten met forel en de oever stond vol met vissers. Wat wel grappig is, zelfs in de natuur gaan Japanners graag bij elkaar staan. 

Tijdens onze wandeling kwamen we een hoop vissers tegen, maar ook enkele buitenhuizen van de Franse, Engelse, Belgische en Italiaanse ambassades. Twee zijn hermetisch afgesloten van de buitenwereld. Dat maakte mij erg nieuwsgierig, maar het stiekem binnendringen van ambassades is geen pluspunt op je CV, die ambassades hebben we dus maar gelaten. 

De Italiaanse en Engelse buitenhuizen zijn echter wel open voor publiek en dat is best wel de moeite waard. Beide huizen staan op mooie plekken langs het meer. Vanaf de bushalte loop je in een halfuur naar de buitenhuizen. Heerlijk langs het meer lopen en ondertussen een interessante mix van Japanse en westerse architectuur bekijken. Dat is alweer reistip #2! Na het bezoek aan het meer zijn we het tempelcomplex voor een laatste maal weer ingedoken. Onze trein naar Fujiyoshida stond op het punt van vertrekken.

De Italiaanse ambassade

De Italiaanse ambassade

Vissen op forel is een zen momentje.

Vissen op forel is een zen momentje.

Volgende keer staat de Fuji berg op de planning. In de tussentijd zul je nog foto's van Nikko tegen komen. Het is zo'n geweldige plek om te ontdekken

Vind je leuk wat je leest op de site of heb je vragen over de fotografie? Laat dan een berichtje achter! Dat vind ik weer leuk!