Scape-Photos

View Original

Fotografie | Handleiding lange sluitertijd

Lange sluitertijd

Het groene Ierland, doorkruist door en omgeven met water, is een geweldige plek om te experimenteren met lange sluitertijden. Water krijgt een zijdeglans, wolken worden vege accenten en je stapt in een wereld die alleen bestaat in het fototoestel. Of je nou fotografeert met een Nikon, Canon of Sony maakt niet uit. De manier waarop je tot lange sluitertijden komt is altijd gelijk; de belichtingsdriehoek werkt altijd hetzelfde. In deze blog neem ik je mee in een introductie in het fotograferen met lange sluitertijden.

Torc waterval, Killarney National park

Belichting uitgelegd

Om tot lange sluitertijden te komen is het belangrijk om de belichtingsdriehoek te begrijpen. Die bestaat uit drie onderdelen: Diafragma, Sluitertijd en ISO. Deze drie onderdelen beïnvloeden elkaar en daarmee ook de uiteindelijke foto.

  • Diafragma (Engels: Aperture)

    Het diafragma is de mate waarin je de lens opent om licht binnen te laten. Het bepaalt daarmee de scherptediepte. Dit mate van opening wordt aangeduid met de Letter F, gevolgd door een getal. Bij een diafragma van F2.8 is slechts een klein stukje van de foto scherp. Bij een diafragma van F16 is een groter deel van de foto scherp. Om alles scherp te krijgen bij bijv f16 zal de lens maar een klein stukje openen. Het kost dus meer licht om te fotograferen bij f16 dan bij f2,8. Daarvoor krijg je wel meer scherpte.

  • Sluitertijd (Engels: Exposure time)

    Hoelang blijft je sluiter open? Dat wordt aangegeven met 1/2000. Hoe langer je sluiter openstaat hoe meer licht in je fototoestel komt. Als er iets in je foto beweegt zal dat bij 1/2000 van een seconde niet te zien zijn, terwijl dat wel bij 1/20 van een seconde te zien zal zijn.

  • ISO

    De ISO is de gevoeligheid van het fototoestel voor licht. In de dagen van analoge fotografie had je een rolletje met een vaste gevoeligheid: ISO 400 of ISO 800. Tegenwoordig kunnen we met digitale fotografie de ISO per foto wisselen. Hoe hoger de ISO, hoe gevoeliger de sensor voor licht. N.b. hoe hoger de ISO, hoe meer ruis er ontstaat in je foto.

Een praktijk voorbeeld

Hieronder twee voorbeelden waarin ik het gebruik van scherptediepte laat zien. Nummer één is van kliffen op de Saltee eilanden in Ierland. Ik wil voor deze foto zoveel mogelijk scherptediepte creëren. Dan zal het zal de voorgrond scherp zijn, de rotsen in het water en het volgende eiland. Vandaar mijn keuze voor een diafragma van f9. Daarentegen wil je als fotograaf soms ook wel één specifiek element benadrukken. Dan kan een groot diafragma weer handig zijn. Zoals te zien is in het voorbeeld van de blauwe druifjes.

Voorbeeld 1: maximale scherptediepte door een diafragma van 9 (f9, 6 sec, iso 100)

het tweede voorbeeld zijn de wilde blauwe druifjes. Hier wil ik de aandacht richten op de blauwe druifjes en niet zozeer op de achtergrond. Die moet de blauwe druifjes in de foto ondersteunen en niet teveel aandacht opeisen.. Om dat te bereiken gebruik ik een groot diafragma van f2,8. Hierdoor wordt de achtergrond vager en blijft de aandacht bij de blauwe druifjes! Voor de vergelijking heb ik dezelfde foto ook met een diafragma f8 genomen. Dat is voorbeeld nummer drie. Let meteen op het verschil in sluitertijden dat veroorzaakt wordt door een diafragma van f8 te gebruiken. Duidelijk te zien dat een verandering in één van de drie onderdelen van de belichtingsdriehoek (diafragma, sluitertijd en iso) gevolgen heeft voor de andere onderdelen.

Voorbeeld 2: blauwe druifjes met een zachte achtergrond. (f2.8, 1/160 sec, iso 100)

Voorbeeld 2: blauwe druifjes met een zachte achtergrond. (f9, 1/25 sec, iso 100)

Filters voor een donkere wereld

Een belichting van 10 seconde. (F9.0, iso 100) (10 stop filter)

Een belichting van 1/100 (F9, iso 100)

In de foto’s die hierboven te zien zijn, is het enige verschil de sluitertijd. Dat is gek, want de het diafragma en de ISO zijn hetzelfde gebleven. Logischerwijs zou de tweede foto enorm overbelicht moeten zijn. Dat is duidelijk niet het geval. Dit kan alleen maar omdat ik mijn fototoestel een zonnebril heb gegeven. De zonnebril is zo sterk dat je nu 10 secondes nodig heb om evenveel licht binnen te krijgen, als voorheen met 1/100 van een seconde. Het water heeft daardoor een mistig karakter gekregen en de wolken zijn uitgesmeerd.

Dergelijk filter wordt ook wel een ND filter genoemd. ND staat voor neutral density, wat simpelweg betekend dat het een neutraal gekleurd filter is wat licht tegenhoudt. Zo heb je ook GND, wat staat voor gradual neutral density. Deze grijsverloop filters hebben een geleidelijk verloop. Handig als één deel van de foto wat donkerder gemaakt moet worden, zoals bij een zonsondergang.

Er zijn verschillende filters te verkrijgen. De soort die je direct op je lens schroeft of vierkante filters die met een adapter op je lens schroeft. Sinds kort ben ik overgestapt van de schroeffilters naar het filter systeem van Nisi. Andere bekende merken zijn Lee en Hitech. Uiteindelijk is een dergelijk systeem goedkoper doordat je maar één set filters hoeft aan te schaffen. Bij schroeffilters zal je voor meerdere lenzen met verschillende filtergroottes, elk een afzonderlijk schroeffilter moeten kopen. Prijzig.

Zeehonden op Great Saltee (f6.3, 1/320,iso 100)

Zonsverduistering

Door filters te gebruiken kan je dus simuleren alsof de zon al onder is. Het typische filter dat je daarvoor gebruikt is het zogenaamde 10 stop filter. Die houdt 10 eenheden licht tegen. Zo ga je van een foto van die 1/100 duurt naar een foto die 10 seconden duurt. Toch wil je niet altijd een sluitertijd die zo lang duurt. Je raakt daar namelijk ook beweging mee kwijt. Daarom gebruik je dit soort filters niet voor het fotograferen van zeehonden.

Ook voor stromend water is een sluitertijd van 10 seconden soms te lang. Je raakt namelijk detail in het water kwijt. Om dat te behouden moet je een sluitertijd van 1 a 2 seconden aanhouden voor de perfecte balans tussen beweging en het schilderachtige effect. Daar is een 6 stop filter dan weer handig voor. Dat brengt je foto van 1/100 van een seconde namelijk naar 0,6 seconde.

Het verschil tussen 10 seconden of 1 seconde is bepalend voor het gevoel van de foto. Om dat te illustreren heb ik hieronder drie foto’s geplaatst. De kliffen van Portmagee heeft een sluitertijd van 1.6 seconden, de haven van Dunquin 10 seconden en de vuurtoren van Tarbert maar liefst 164 seconden. Zo zie je goed hoe sluitertijd het gevoel van de foto beïnvloed. Wat mooi is, is voor iedereen in elke situatie weer anders.

Fotograferen met filter

Een blik op het scherm

Kliffen nabij Portmagee (F11, 1.6 sec, iso 100, 6 stop filter)

De haven van Dunquin (f9, 10 sec, iso 100)

Vuurtoren van Tarbert (f5, 164 sec, iso100, 16 stop filter)

Tot slot, neem je tijd

Belangrijker nog dan de apparatuur is de rust die je gaat nemen als je met filters fotografeert. Het opstellen met een statief en filters kost een tijd. Je moet immers een statief opzetten, scherpstellen, sluitertijden berekenen, filters plaatsen en dan nog de foto nemen. Daardoor wordt je automatisch kritischer of de foto het waard is om al die moeite te nemen. Je maakt minder foto’s, maar wel foto’s met een hogere kwaliteit! Het nadeel daarvan is dan wel weer dat je een uur op een klif in de wind en regen gaat zitten in de hoop dat die zonsondergang zo geweldig wordt als je hoopt. Maarja, elk voordeel heb z’n nadeel.

Als je dit soort blogs handig vind, laat dan een berichtje achter en deel de blog!. Voor een beknopte handleiding om sterren te fotograferen moet je op de knop hieronder drukken.

See this social icon list in the original post