Het Italiaanse Como meer is een bekende zomerbestemming. Heerlijk klimaat, water om in te zwemmen en geweldig eten. Ook een bekende plek voor de jetset. Kijk maar naar die Nespresso reclame. Die zijn ook bij dit mooie meer opgenomen. Daarom konden wij niet achterblijven. Vorig jaar hebben we daarom ook Como bezocht. Omdat we van net wat anders houden, zijn we in de winter gegaan. Het sneeuwde zelfs toen we daar waren.
Het is een terugkerend fenomeen. We zijn altijd op zoek naar niet voor de hand liggende plekken. Waarom zou je naar een plek reizen waar je vervolgens je in het Nederlands kan redden. Tenzij het in een Nederlandstalig land is, waar er weinig van zijn, klopt dat toch niet echt? Naast niet voor de hand liggende plekken, is het ook leuk om te reizen tijdens niet-voor-de-hand-liggende tijden. Fez in de zomer bijvoorbeeld. Het is inderdaad enorm warm in de zomer. Warmer dan 40 graden is het al snel. Toch zijn dat de momenten dat je de leukste dingen meemaakt. In Helsinki gebeurde het omgekeerde. Vrieskou waar zelfs de Finnen het koud van kregen. Daarom is mijn stelling dat je juist in het laagseizoen plekken moet bezoeken.
Zo ook voor het mooie Como. Waar je langs besneeuwde berghellingen rijdt, slaperige en verlaten dorpjes kan bezoeken en espresso drinkt tussen de Italianen. Omdat ik iedereen deze geweldige ervaring gun heb ik een idee. Ik stel voor dat iedereen in het laagseizoen gaat reizen. Dan kan je ook door verlaten dorpjes rijden en besneeuwde berghellingen zien langs het Como meer. Daarmee wordt het laagseizoen het hoogseizoen en kunnen wij door slaperige dorpjes rijden in de zomer. Afgesproken?